Normaal ben je niet altijd met ziekte en gezondheid bezig. Denken over ‘ziek zijn’ heeft zijn eigen moment en zijn eigen plek. Hoe anders is het nu in deze corona-tijd. Het leven is door corona gemedicaliseerd.

Bas Sebus, Dokter worden, 2005

Ik moest denken aan een schilderij dat ik in 2005 heb geschilderd en dat is gebruikt als omslag voor het boek ‘Dokter worden’. Op dat schilderij heb ik een ziekenhuis­afdeling neergezet op het strand. De meeste mensen die je daar ziet zijn patiënten. Het besef van ziekte is hier net zo normaal als de aanwezigheid van zand en water. Niet vreemd voor een boek dat gaat over het proces van dokter worden.

Toen ik zelf geneeskunde studeerde was het me ook opgevallen dat je de ‘ziektes’ die je leert kennen van de colleges en uit de boeken gaandeweg ook op straat gaat herkennen. Bijvoorbeeld een mevrouw die voor me zit in de tram. Ik zie dat ze dikke enkels heeft. Zou ze problemen hebben met haar hart waardoor ze oedeem in haar enkels krijgt? Of je hoort iemand met een piepende ademhaling (astma?). Je ziet de mensen op straat opeens als mogelijke patiënten.

Met corona is iets vergelijkbaars aan de hand. In onze huidige anderhalve meter samenleving waar we elkaar zien met een mondkapje op is de mogelijkheid van besmetting alomtegenwoordig. We raken elkaar niet meer aan. We bewegen ons anders door de supermarkt. We moeten afleren om steeds ons gezicht aan te raken. Ik heb nog nooit zo vaak jeuk aan mijn neus gehad. We beleven onze ‘lichamen’ anders. Vergelijk het met de situatie op het strand. Ons lichaam is ‘anders’ op het strand. Je voelt het zand tussen je tenen kruipen en je beweegt anders als je loopt, zout water prikt op de huid, dit is niet je alledaagse lichaam. Dat is misschien de reden dat het strand zich goed leent als metafoor voor ‘ziek en gezond’.

Toen ik aan mijn schilderij begon, stond voor mij vast dat ik het ‘dokter worden’ en ‘de geneeskunde’ niet als medisch technisch onderwerp wilde neerzetten maar meer als een manier van denken en handelen die midden in het leven staat. Zeg maar, gedacht vanuit het leven van gewone mensen. Wat daarbij heeft geholpen, is dat ik een hele serie foto’s heb gemaakt van mensen op het strand. Op één van die foto’s zag ik de man links op het schilderij. Je ziet aan zijn houding dat hij op het strand loopt. Een beetje moeizaam. Daardoor leek het heel ‘natuurlijk’ om er een infuus bij te denken. De twee kinderen op de voorgrond liepen in werkelijkheid met een heel grote groene opblaaskrokodil. Ik realiseerde me opeens dat al die felgekleurde opblaasbeesten en -boten op het strand precies de kleuren- en vormentaal hebben van pillen en capsules.

Ook de man met de stok in de verte stond op een van mijn foto’s. Zijn linkerbeen heb ik met een gipsverband geschilderd. De vrouw in het midden is ontleend aan een schilderij van Dominique Ingres (De baadster van Valpinçon, 1808). De schermen die ik om haar heen heb geschilderd, geven de suggestie van een spreekkamer. Van ‘baadster’ naar ‘vrouw bij de dokter’.

Terwijl ik nog maar halverwege het schilderij was, werd ik benaderd door iemand die een omslagbeeld zocht voor haar proefschrift. Het betrof een proefschrift over chronische ziektes bij Marokkanen. Zo is het rechtersetje met de ‘Perzisch tapijt’-parasol op mijn schilderij gekomen. Dat had ik niet bedacht toen ik eraan begon. Toeval heeft dus ook een rol gespeeld bij de wijze waarop ik aan de figuranten van mijn beeld ben gekomen. 

Mijn schilderij uit 2005 is geschilderd om het proces van dokter worden te verbeelden. Een wereld van zieke mensen ontvouwt zich. Het strand als metafoor van dit proces biedt ruimte om de puur medische kant ervan te overstijgen. Op het strand hoeft ziekte niet steeds centraal te staan. Er is nog veel meer te zien en te beleven. Als ik langs de vloedlijn loop, hebben mijn gedachten de neiging uit te dijen. Het strand is een goede plek om na te denken over het leven.

Ik had nooit kunnen vermoeden dat hetzelfde beeld anno 2020 uitdrukking zou kunnen geven aan de coronacrisis. Het oude strand maakt plaats voor een strand waar ziekte heerst. Er is nu een sterk verlangen naar de terugkeer van het normale leven. Echter, deze coronacrisis heeft laten zien ‘dat wij leven met virussen’. Dat was altijd al zo, dat is eigenlijk wat we als ‘normaal’ moeten bestempelen. Een crisis ten gevolge van een virus kon tot nu toe echter beteugeld worden en daarmee onzichtbaar blijven.

Met covid-19 is dat nu anders. Het vollopen van de ziekenhuizen en de urgentie van sanitaire maatregelen heeft zijn weerslag op alle facetten van onze samenleving. Als mijn schilderij uitdrukking kan geven aan deze alomtegenwoordigheid dan hoop ik dat mijn strand ook uitnodigt tot reflectie. Waar willen we heen met elkaar en met onze leefwereld?