Koen Ebeling Koning (1968) is een schilder in hart en nieren. Hij volgde zijn opleiding op de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede en was daarna resident op de Rijksakademie. Van hem zijn meerdere werken in onze collectie opgenomen. Schilderijen maakt hij op basis van schetsen en foto’s van zichzelf om daarmee lichaamshoudingen goed weer te kunnen geven. Zijn werken zijn meestal op groot formaat met een atypische uitkadering in een tekenachtige stijl met lichte pastelkleuren.
Voor de keuze van zijn onderwerpen blijft hij het liefst dichtbij huis. Alledaagse taferelen of vluchtige momentopnamen vertaalt hij met ogenschijnlijk gemak naar het doek, zoals de man in een kano of voetballers in de kleedkamer. En dan is er de oude stoel uit zijn atelier die regelmatig in zijn schilderijen opduikt en functioneert als een soort trompe-l’oeil om de suggestie van ruimte en diepte te wekken. Meestal schildert hij dezelfde onderwerpen, waarmee hij maar wil zeggen dat het hem vooral te doen is om het schilderen en het sublimeren ervan.
Tijdens de coronaperiode werkt hij door zoals altijd. Net zoals veel kunstenaars is hij eraan gewend om alleen te werken in het atelier. Een eenzame maar zelfverkozen vorm van quarantaine, die nodig is om zich te kunnen concentreren op het werk. Daardoor zegt hij weinig of geen problemen te ondervinden van de lockdown, behalve natuurlijk dat hij niet meer kan voetballen met zijn maten. Voor deze opdracht was hij niet speciaal op zoek naar een nieuw onderwerp en ging hij door met wat hij dagelijks doet: schilderen. Wel wilde hij zijn onderwerp meer verstillen. Daarom koos hij voor een beeld dat hem al langer bezighoudt, een eenzame man in een kano gevolgd door een zeemeeuw. Het water kabbelt rustig langs de boot en de man lijkt even uit te puffen na een lange en zware tocht. Een beeld om bij weg te dromen, of misschien is het toch een metafoor voor de covid-19 periode waar we met zijn allen doorheen moeten.