*
Een wit maar onbekend leger
veegde de straten schoon
plukte vliegtuigen uit de lucht
wierp er vogels in
we konden beter ademhalen
en toch hadden we het benauwd
achter elke zin stond een vraagteken
zelfs als het geen vragen waren
heksen en tovenaars vlogen als antwoorden
door het heelal en krijsten opgewonden
smeten meer sterren tegen het donker
dan we ooit gezien hadden
elk huis kreeg een intercom
waaruit onverwacht een puntige stem
kon klinken die adviseerde
doe je huiswerk en maak het af
**
De ziekenhuizen zuchtten en bezweken bijna
er werd adem ingekocht en zwemvliezen
voor wat hen overspoelde
de zee bleef hetzelfde verhaal vertellen
en in het zilte water zelf veranderde niets
behalve een lichte stijging
doordat er veel gehuild werd
de ziekenhuizen werden burchten
huizen werden betralied
en overal kleefde het zout
aan de verlaten straatstenen
wie was die vijand
leek hij op ons
***
De dreiging begon zich steeds prettiger te voelen
in het menselijke verlangen tot uitwisseling
we stonden vrijwillig onze neus en mond af
en verzamelden onbeantwoorde glimlachjes
we dansten een modern ballet terwijl we het liefst
met onze lichamen een hamburgerbroodje wilden uitbeelden
toen we wisten hoe de dreiging zich voelde
maakten we stiekem met zijn allen een nachtwandeling
en daarna sliepen we op matrassen die door anderen
met lichaamsvloeistoffen waren doordrenkt
wie had er gisteren aan de deurklink gelikt
en wiens adem werd haast zichtbaar zoals mist
iemand huilde als een dreumes om zijn moeder
in een verder droomloze slaap