Roy Villevoye (1960) is van oorsprong schilder. Na zijn opleiding vertrekt hij naar de Verenigde Staten waar hij werkt als assistent van de conceptuele kunstenaar Sol LeWitt. Diens manier van werken en denken is van grote invloed op hem geweest. Na zijn terugkeer in Nederland keert Villevoye zich af van de schilderkunst en besluit hij te gaan reizen en fotograferen. Sinds 1992 bezoekt hij op Papua-Nieuw Guinea regelmatig een kleine gemeenschap van de Asmat-stam met wie hij door de jaren heen een sterke band heeft opgebouwd en waaruit bijzondere vriendschappen zijn ontstaan.
Voor zijn reizen naar de Asmat nodigt hij regelmatig wetenschappers, kunstenaars, filmmakers of schrijvers uit om met hem mee te gaan. Ze werken dan samen of alleen en verblijven enkele weken bij zijn vrienden in het oerwoud. Bijna altijd komt hij vol inspiratie voor nieuwe werken terug die hij afhankelijk van het idee vertaalt in video’s, foto’s, sculpturen of installaties. Hierin figureren zijn vrienden uit de Asmat regelmatig als modellen. In zijn werk zet hij schijnbare tegenstellingen van culturen naast en tegenover elkaar en ‘importeert’ hij de Asmat-cultuur in het Westen en vice versa.
Van Villevoye zijn meerdere werken opgenomen in onze collectie, waaronder het meest bekende ‘The way to go’; een foto-serie van 82 meter op locatie AMC, bijgenaamd ‘het Voetenplein’.
Voor ‘Corona Blues’ hoefde hij niet zo ver te reizen. Vanwege de lockdown van begin 2020 kon hij niet veel anders doen dan lange wandelingen maken in de nabijheid van zijn huis en zijn atelier. Iedereen herinnert zich nog de stilte en hoe on-Hollands mooi het weer was. Elke dag opnieuw een staalblauwe lucht zonder streepsporen van vliegtuigen. Tijdens zijn wandelingen fotografeerde hij zonder een vooropgezet idee met zijn telefoon willekeurig beelden van alles wat hem onderweg opviel. Op het moment dat hij uitgenodigd werd te reageren op de covid-19-pandemie viel alles op zijn plek. Hij componeerde uit de vele foto’s een serie die hij samenvoegde in één beeld: de ‘Corona Blues’.